Quantcast
Channel: De Ongeletterde Wanhoop
Viewing all 1808 articles
Browse latest View live

Cactus concert: Sam Amidon (voorprogramma: I Am Oak)

$
0
0

Wanneer je het gevoel krijgt deelgenoot te zijn van een uniek gebeuren, mag je het concert meer dan geslaagd noemen. De muziek zat goed, de sfeer was relaxt, de interactie was uitstekend en vaak erg grappig en zo wist Sam Amidon ons in de Cactus Club helemaal in zijn eentje een optreden te bezorgen waar we nog lang met een brede grijns aan zullen terugdenken.


I Am Oak kan bogen op prachtplaten, maar de vorige keren dat ondergetekende hen aan het werk zag, vielen ze tegen: te lange pauzes om de gitaren te stemmen, grapjes die niet grappig waren en verhalen die nergens naartoe gingen haalden het ritme uit hun set. Dat euvel is nog steeds niet helemaal verholpen: de droom van de bassist liet ons vooral verward achter. Gelukkig zijn er de songs die staan als een huis. Famine, een parel van de zuiverste soort, duurt live veel te kort. Met Palpable breiden de Utrechtenaren een spannende, stomende climax aan hun optreden.


Uit vijf albums kan Sam Amidon intussen putten en wanneer hij daar helemaal in zijn eentje op het podium staat, nu eens met gitaar, dan weer met banjo of viool, bouwt hij een eigen universum waarin echo’s van lang vervlogen Amerikaanse tijden weerklinken. Nogal wat murder ballads passeren de revue: Wild bill Jones en How come that blood blijken bloedstollende verhalen waarin de zanger uit Vermont zijn gruwelijkst klinkende keelklanken bovenhaalt. Gezellig wordt het echter ook. Hij nodigt het publiek uit mee te zingen met Way go Lily, The wind and the rain en Relief, voorwaar een cover van R. Kelly.
Er wordt gegrapt en geïmproviseerd: in Johanna the row-di verwerkt hij de belevenissen van de vorige dagen. Na een absurd verhaal over Bruno Mars die zou komen drummen, maar moest optreden met Jimi Hendrix en dan maar een compositie schreef voor Amidon, gebaseerd op diens hartslag, begint de Amerikaan aan een instrumentaal virtuoos staaltje op de viool dat werkelijk alle kanten op stuitert. De traditional O Death, die je misschien kent uit de soundtrack van O brother where art thou?, krijgt een speciale behandeling en uiteindelijk komt Sam Amidon tot tweemaal terug het podium op. Eigenlijk volstaan de vijf bisnummers amper voor het gretige en hongerige publiek.


Setlist:
  1. Short Life
  2. My Old Friend
  3. Way Go Lily
  4. Pharaoh
  5. Wild Bill Jones
  6. As I Roved Out
  7. O Death
  8. Little Satchell
  9. Johanna The Row-Di
  10. How Come That Blood
  11. Instrumental
  12. Bright Sunny South
  13. The Wind And The Rain
  14. Saro
Bis:
  1. Wedding Dress
  2. O Where Is My Little Darlin
  1. Little Johnny Brown
  2. Weeping Mary
  3. Relief

Je kan dit concertverslag ook hier lezen op Indiestyle.

Yuko

$
0
0

Al na één minuut van Long sleeves cause accidents weet je weer waarom Yuko op zijn plaats zit bij het Gentse label Unday. In opener Dive! wordt de juiste snaar geraakt, de precieze toon gevat die Yuko helemaal op de kaart zet van de muziekscene die sfeer boven kracht verkiest en melancholie beter kent dan extase. Bovendien houdt de band een hele plaat lang de hoge kwaliteit aan.
Om ons te overtuigen van hun kunnen, hebben ze niet veel meer dan een half uur nodig. Of de Gentenaars dat nu doen met behulp van de getalenteerde sopraan Deborah Cachet in de slepende openingssong of afsluiter A couple of months on the couch of het tempo wat opvoeren in You took a swing at me, telkens spat de klasse eraf. In het laatstgenoemde lied benaderen ze de nieuwerwetse sound van Radiohead en zelfs een beetje de manier van zingen van Thom Yorke, vermengd met een wel erg retro klinkend swingjazzmotiefje. First impression laveert tussen dreiging, lieflijkheid en ingehouden macht. Als we daarin echo’s horen van Radiohead, associëren we die vooral met het vroegere werk van de Britten. Overigens ontdekken we nog andere referenties. Usually you are mine is van het betere soort folk, doopt de pen in singer-songwriterinkt en wordt volledig gedragen door de gitaar die haast even welsprekend is als zanger Kristof Deneijs. Het koor dat hem vervoegt, verleent het geheel een diepere dimensie.
Dan hebben we het nog niet gehad over hoogtepunt The idealist dat al eerder op de labelcompilatie Music for undays verscheen. Telkens opnieuw worden we in vervoering gebracht door die combinatie van speelse elementen en een snik in de stem die ontroert, langzaam zijn vingers om je keel klemt en je de adem beneemt tot je dreigt te verdrinken in verdriet om de bezongen Heidi Klum. En dat alles voltrekt zich in minder dan drie minuten. Wie een parel als dit weet af te leveren, verdient grootste onderscheiding.
Met deze derde plaat heeft Yuko, voor wie daar nog aan twijfelde, zijn bewijs van goede smaak en zeden binnen. Stilaan verdient de band wat meer aandacht dan hun tot nog toe te beurt viel. Dit is een stap voorwaarts die hopelijk beloond wordt met meer volk op hun optredens en meer vermeldingen, onder meer in de eindejaarslijstjes die nu nog zo veraf lijken.

Je kan deze recensie ook hier lezen op Indiestyle.

Gespot voor u: CEO

$
0
0
De Zweed Eric Berglund maakte voorheen al muziek als de helft van The Tough Alliance. Hij is bovendien ceo van het platenlabel Sincerely Yours. Het is dan ook niet moeilijk raden waar hij zijn pseudoniem, CEO,  vandaan haalde voor zijn solo-project. Hij heeft net een tweede album uit, Wonderland. Sinds Whorehouse op mijn gsm staat en ik het al fietsend naar het werk regelmatig hoor, ben ik er helemaal weg van. Dit is indiepop van de zuiverste soort.


 

Dansbare religieuze muziek

$
0
0
Wenkbrauwen worden nu ongetwijfeld gefronst, maar dankzij Pim van de Werken en Broeder Dieleman krijgen we een grappige, behoorlijk dansbare digitale mixtape aangeboden met religieuze, nederlandstalige muziek uit de jaren 60 en 70, die je zelfs kan downloaden (in wav-formaat):

 
1. Intro 
2. Piet Sybrandy - Zoekt uw veiligheid bij God 
3. Ben Strik en Die Aaghten Cantorij - Geloven, nu! 
4. Glory Halleluja 2000 - De zondvloed 
5. Koos Bons - Als het waar is wat ze zeggen 
6. The Hallelujah Sound - 't is waar 
7. Gospelgroep Sallum - Jezus 
8. Gert en Hermien - Valse religie 
9. TBS and The Burning Candles - Met Gods kracht in mij 
10. Jongerenkerk Venlo - Ik zoek een land

Democrazy concert: Yuko + Hear, Hear! (A Cheer)

$
0
0

In de thuishaven Gent stelde Yuko het nieuwe album Long sleeves cause accidents voor aan een talrijk en enthousiast publiek. Toen Kristof Deneijs tijdens de soundcheck even The idealist inzette, klonk er al gejuich en handgeklap, en dan moest het eigenlijke concert nog beginnen. Daarin zou waargemaakt worden wat Thomas van Hear, Hear! (A Cheer) aankondigde voor hij de eerste noten speelde: “Laten we proberen er een memorabele avond van te maken.”

Hear, Hear! (A Cheer) mocht alvast de voorzet geven en dat deden ze ook op gepaste wijze. Het vijftal met spil Thomas Verheyen bracht liedjes die net als hout dat zich nog moet zetten, wat tijd nodig hadden om op hun plooien te vallen. Vooral in de eerste drie songs hoorden we heel veel dat geleidelijk op zijn plaats viel, gelukkig telkens ten laatste bij het refrein. Little bits (little nips) vormde in hun set het hoogtepunt. Alles bij elkaar genomen bleek deze band de ideale opwarmer, met muziek die wel past bij wat ons later zou geserveerd worden.


Het hoofdgerecht in de Minardschouwburg, bereid door Yuko, smaakte voortreffelijk en dat had alles te maken met de fantastische liedjes, de goede opbouw van de set, de gewaardeerde bijdragen van de gastmuzikanten en natuurlijk de doorleefde uitvoeringen door de band zelf. Voor opener Dive! stonden twee blazers én de op plaat ook al aanwezige sopraan Deborah Cachet het viertal bij. De zaal werd stil en luisterde aandachtig. Meteen kregen we met Justine part 1 al een pracht van een song in de maag gesplitst. Live valt nog meer op hoezeer dit verwant is aan onze albumfavoriet, The idealist. Die zat overigens zelf ook al vroeg in de set, klonk gedoseerd en véél te kort. Soms immers wilde je dat een liedje eigenlijk nooit meer zou stoppen. Net daarvoor had bassist Thomas Mortier al met verve You took a swing at me gedragen, terwijl Karen Willems het hele optreden door bewees dat zij de meest beweeglijke drummer blijft die we op onze podia te zien krijgen. Alles aan haar beweegt mee terwijl ze gevarieerde percussie in de nummers stopt. Jasper Maekelberg, die gitaar en synthesizers bespeelde, bracht de toetsen aan die het geheel vervolledigden.
Hoe Kristof Deneijs het aan zijn dochter opgedragen While you figure things out bracht, maakte ons wat week. Wat tegengewicht werd echter meteen geboden met When you go blind uit de vorige plaat As if we were dancing. Ook daarna stapelden de hoogtepunten zich op: opnieuw heerste de bas in First impression, de blazers en de operazangeres kwamen terug voor A couple of months on the couch en het wildste nummer, She keeps me thing, vormde de climax.
Terug het podium opgeroepen ging Kristof helemaal alleen op een stoel zitten voor Usually you are mine. Net als vorige week in Breda had hij immers last van verkrampte tenen. Die heeft de man gelukkig niet nodig bij zang of voor zijn gitaarpartij. Helemaal op het eind van de song vormden de andere bandleden een achtergrondkoortje. Daarna zetten ze allen samen hun “klassieker die iedereen kan meezingen” in: Dolly Parton. Thomas Verheyen, wiens band deze song volgens de frontman van de hoofdact met hun cover zelfs nog verbeterde, zong mee. Het was een mooie afsluiter van wat we enkel een triomftocht kunnen noemen. Muziekliefhebbers der Lage Landen, laat u eveneens overrompelen, verrassen, vertederen, verleiden en verbouwereren door zoveel pracht.
Setlist:
 

  1. Dive!
  2. Justine part 1
  3. You took a swing at me
  4. The idealist
  5. When I’m awake I’ll handle it
  6. While you figure things out
  7. When you go blind
  8. First impression
  9. A couple of months on the couch
  10. She keeps me thin
——————————————
  1. Usually you are mine
  2. Dolly Parton


Je kan dit concertverslag ook hier lezen op Indiestyle.

Lied van de week: week 16 - 2014

$
0
0
Pools - Glass Animals


Er zit inderdaad iets breekbaars in de sound van Glass Animals, een Britse band uit Oxford die eerder deze week in ons land optrad. Naar wat ik las, moet het de moeite waard geweest zijn, en speelden ze dit nieuw nummer, dat de dag erna op het internet gezet werd.

Op 9 juni komt hun debuut, ZABA, uit. Eerdere releases kan je hier bestellen.

The Imaginary Suitcase

$
0
0

Twee covers telt het nieuwe album van The Imaginary Suitcase, het alter ego van Ceilí Moss-lid Laurent Leemans. Eerder kon je op deze blog al lezen wat ik vond van Here's to those we could not save en Full moon fever. Dat laatste album is nog maar enkele maanden uit en hier is dus al de opvolger: Driftwood.
Bring on the dancing horses weet het venijn dat ik altijd hoor bij Echo And The Bunnymen goed te bewaren ondanks het spaarzamer arrangement. Ook Ashes to ashes (origineel van David Bowie) krijgt een passend eerbetoon zonder slaafs de oorspronkelijke versie te willen benaderen. Voor de liefhebbers valt er overigens nog een verwijzing te spotten naar Billy Bragg in het openingsnummer Driftwood (wie ze vindt, mag het hieronder laten weten in de commentaren).
Het meest opvallende aan deze plaat is misschien wel dat de gelijkenissen met Luka Bloom weliswaar aanwezig blijven, maar minder prominent geworden zijn. Het zijn misschien vooral de covers die het palet weten te verruimen, niet enkel door de keuze, maar ook door hoe ze gebracht worden. Het maakt van deze elf songs het sterkste geheel dat we al hoorden van Leemans. Second to none is een erg mooi nummer, dat de volle zes minuten de tijd neemt zich te ontvouwen. Half of myself herbergt wat jaren 80 en toont een ruigere kant van The Imaginary Suitcase. Rust vinden we dan weer in Holy water, dat vertrouwd klinkt. Voor wie het graag opgewekter heeft (een dronkemanslied of een rogue ballad), raden we A plausible lie aan. 
Het einde valt als een zachte sluier over deze plaat met Full moon lullaby, waarin de xylofoon en vrouwenstem het reliëf verdiepen zonder aan de essentie van de afsluiter te raken. Het is een waardig einde voor het beste wat Laurent Leemans ons al liet horen.

Micah P. Hinson

$
0
0

Doe jezelf een plezier en koop dit plaatje: Micah P. Hinson and the Nothing. Wees bij de weinigen die weet hebben van één der laatste goedbewaarde geheimen. Beklaag je dat je Vic Chesnutt niet al kende voor hij stierf of voor hij een cultnaam werd. Stoot je geen twee keer aan dezelfde steen.
Het verhaal achter dit album van Micah P. Hinson leest als een Amerikaanse versie van de Griekse tragedie. In de zomer van 2011 toerde hij door Spanje toen hij betrokken raakte bij een ernstig verkeersongeval. De man werd teruggevlogen naar Texas, waar de muzikant te horen kreeg dat hij mogelijk zijn armen nooit meer zou kunnen gebruiken. Luisterend naar demo’s die hij voor zijn tournee had gemaakt, besloot de Amerikaan ze naar bevriende artiesten als The Twilight Sad en T. Nichols Phelps te sturen. Met hun hulp kon een plaat gemaakt worden waarbij het gebruik van ‘s mans armen niet noodzakelijk was. De Texaan werd uitgenodigd om in het Spaanse Santander te komen opnemen en daar hielpen lokale musici als The Puzzles en The Aquattro String Quartet hem.
Het resultaat is een plaat die eigenlijk niet meteen veel laat horen van al die miserie. Natuurlijk lonkt ook soms tristesse op het kruispunt van folk, alt-country en singer-songwritermuziek, doch het zwaartepunt ligt niet eens daar. Zo klinkt There's only one name vrolijk als het stampendste dat je kent uit The broken circle breakdown en is opener How are you just a dream? een stomende rocksong waarin de gitaar vroege rock-’n-roll uit de jaren 50 opzoekt. Denk Hinsons stem weg, vervang ze door Johnny Cash en je krijgt God is good. Geniet van de piano die Chopin light toevoegt aan The quill, waarin het al eerder vernoemde strijkersensemble de haast gebroken vocalen ondersteunt. Regelrechte country is Love, wait for me en hetzelfde kan gezegd worden van On the way home (to Abilene).
Wij zijn weg van de stem en van de songs. Wij horen een man die in tien jaar tijd met diverse medewerkers plaat na plaat uitbracht die nooit minder dan goed klonk. Wij horen iemand die muziek ademt en die ondanks alle tegenspoed albums blijft maken en optreden. Join the club.

Je kan deze recensie ook hier lezen op Indiestyle.

More Music! concert: Inwolves + Amatorski

$
0
0

In het kader van het More Music!-festival dat Cactus in het Concertgebouw in Brugge organiseerde, zag ik vrijdagavond twee heel mooie optredens. In Studio 1 trad Inwolves op, de band rond Karen Willems, drummer bij onder meer Yuko, en daarna mocht het publiek plaatsnemen op het podium van de grote concertzaal (die ik daardoor jammer genoeg niet in zijn volle glorie zag) voor Amatorski, dat zijn nieuwe album er meteen mocht voorstellen.


Woensdagavond nog had ik Karen Willems aan het werk gezien met Yuko, zoals je hier kan lezen. Een tijdje terug reviewde ik de ep Air+ van haar eigen band Inwolves. Ik was erg benieuwd naar hoe dat allemaal live zou klinken en het trio wist me te verbazen. Waar de dreiging op de ep vaak de boventoon voert en in ieder geval het leidmotief is, blijkt de muziek live een pak speelser te worden gebracht en het zijn net die lichtere toetsen, die soms erg jaren 80 aandoen, die overheersen. Terwijl de percussie van Karen Willems een grondlaag legt, weten de twee keyboardspelers, die elkaars instrumenten bespelen, daar overheen een mooie afwerking aan toe te voegen. Het drietal speelt met zichtbaar plezier en achter hun rug passeren visuals waarin "onderweg zijn" het centrale thema lijkt te vormen: met de trein, de fiets, de auto, langs het Vlaamse platteland, tussen bergen, met zicht op wolken en vogels en zelfs een raket,...


Setlist:
  1. Air+
  2. Roadmovie
  3. In town
  4. Space communication
  5. Hold the time
  6. Dirty monks
  7. Landmannalaugar
  8. Boards of Belgium
  9. Trees de Drongengoed
  10. Heermoes


Ik had van het nieuwe album van Amatorski waarlijk nog geen noot gehoord (een zeer uitzonderlijke gegeven voor aanvang van een concert), dus kon ik onbevangen het recentste werk van de Gentse band tegemoet treden. Het was overigens opvallend dat de groep, waar Hilke Ros niet langer deel van uitmaakt en waarin Inne Eysermans haar extreme verlegenheid (zie vorige concerten in een Gentse tuin en in de Vooruit) lijkt overwonnen te hebben, weinig songs uit het debuut speelde, en al helemaal de bekendste nummers uit die tijd, Soldier en Come home, achterwege liet. Ouder werk dat wél aan bod kwam, klonk anders en amper herkenbaar (al moet ik toegeven dat het al een hele tijd geleden is dat ik nog eens naar TBCluisterde). Het pleit dan weer voor het trio dat alles één geheel vormde en meteen verklap ik hier al dat Amatorski weet te overtuigen. Ze klinken wat voller en rijper dan ik me herinner van vroeger en al blijft hun muziek perfect voer voor programma's als Duyster en Glimworm, er is een duidelijke verschuiving gekomen. Zangeres Inne ziet er niet alleen wat volwassener en wat sterker uit, zo klinken ze nu ook. 

 
Setlist:
  1. U-turn
  2. Wild birds
  3. 22 Februar
  4. Deer the wood
  5. Anthem
  6. Boy/Girl
  7. Fragment
  8. Peaceful
  9. Hudson
  10. How are you
  11. Landscape gardening
  12. Elliott Smith
  13. She became a ballerina
Bis:
  1. Warszawa
  2. Never told

Roots & Roses festival

$
0
0
De vijfde editie van het Roots & Roses-festival net over de grens van Oost-Vlaanderen met Henegouwen had de pech dat het mooie lenteweer van de voorbije weken een klein dipje kende, maar daar had het publiek in de beide tenten uiteraard minder last van. Modderig en zompig werd het terrein wel en daarin gedijt blues natuurlijk goed. Op het programma stonden echter heel wat meer genres geprogrammeerd zodat het ook dit jaar weer een erg divers en muzikaal veelkleurig gebeuren werd.


In de Roots-tent, waar het festival startte, vielen de hele dag voornamelijk traditionelere en doorgaans ook wat rustiger artiesten te beluisteren, terwijl in de Roses-tent de ruigere acts een plaats kregen. Het Namense vijftal Little X Monkeys beet de spits af met bluegrass die bijwijlen stevig rockte. Instrumenten als de banjo, de xylofoon, het wasbord en zelfs de kazoo werden gretig bovengehaald. De zangeres bleek wel wat last te hebben van de zenuwen en in de eigen songs mogen de details en de afwerking nog iets beter, maar we hoorden toch een goed My old Louisiana en een aardige cover van Come together (The Beatles).

Nadat we snel naar de andere tent verhuisden, werden we vergast op stevige rock die minstens zo strak gespeeld werd als we van Triggerfinger gewoon zijn. Driving Dead Girl uit Brussel heeft dan ook pakken ervaring: in 2004 al stonden ze op Dour en ze verzorgden reeds het voorprogramma voor onder meer The Black Keys en Black Rebel Motorcycle Club. Hoe goed de mannen ook hun best deden om het publiek mee te krijgen, het bleek nog te vroeg op de dag om er een echt feestje van te maken.

Verrassend genoeg slaagden de bluegrasspioniers uit Chicago van het vierkoppige The Henhouse Prowlers daar wel beter in. Verzameld rond één microfoonstandaard en virtuoos op banjo, contrabas, viool en gitaar wisselden ze de zangpartijen af. De vaart bleef in hun set van begin tot einde en vooral de violist wist met de uitleg tussendoor de toeschouwers mee te nemen op een reis doorheen de tijd en naar afgelegen gebieden in de Verenigde Staten. Hij verwees onder meer naar The Broken Circle Breakdown, sinds kort ook in de VS te zien, vooraleer de groep het ons daaruit bekende The boy who wouldn't hoe corn serveerde.

Echt van onze sokken geblazen werden we minder door de muziek dan wel door het spektakel van White Cowbell Oklahoma. Het zestal lijkt een Canadese gimmick, een variant op The Leningrad Cowboys waarin één groepslid met witte koebel de Bez van dienst is. Met slijpschijf en vuur ging hij een andere koebel te lijf terwijl zijn makkers briesende en stampende rock op ons loslieten. Clement Peerens heeft zijn Noord-Amerikaanse tegenhanger gevonden, zo lijkt het, wanneer we mee mogen zingen met Put this sock in your mouth, pretty baby. (Het blijkt bij nazicht "Put the south in your mouth" te heten...)

Het stichtend lid van Carolina Chocolate Drops, Dom Flemons, bracht helemaal op zijn eentje met gitaar en banjo en een reeks kleinere instrumenten die hij uit zijn ruime broek leek tevoorschijn te toveren muziek uit een lang vervlogen tijdperk. Jolig zal hij er wel uit, als een figuur uit een stomme film van Harold Lloyd. Helaas bleken zijn verhalen erg moeilijk verstaanbaar en ging zijn set na een tijdje toch wat tegensteken.

Wellicht de vreemdste artiesten waren de mannen van Big Sugar. De reggae waarnaar ze ook gekleed waren, werd vermengd met (blues)rock waarbij de verschuivingen tussen beide genres soms binnen één song plaatsvonden, haast onmerkbaar. Op papier klinkt het vast als een onmogelijke combinatie, doch in de praktijk werkte het aanstekelijk en mochten de muzikanten dan ook enthousiaste reacties ontvangen. Wij hoorden nummers die de bastaardzonen konden zijn van ZZ Top en Max Romeo of van The Black Keys en Bob Marley.

Omdat The Excitements hadden moeten afzeggen, mocht het Limburgse Rusty Roots tonen en laten horen wat ze op hun vierde album Your host presteren. Producer van die plaat is niemand minder dan Mario Goossens, de drummer van Triggerfinger. Het leek even alsof de motor nog niet helemaal was aangeslagen tot All I want, Backdoor man, Sidewalk en nog een hele rist andere potige bluessongs de tent ingestuwd werden. Het viertal bewees alvast hun plaats op de affiche meer dan waard te zijn.

Het is van het eind van de jaren 80 geleden dat The Dream Syndicate nog een langspeler uitbracht. De reissue van The day before wine and roses, een liveplaat, vormt de aanleiding voor Steve Wynn en zijn drie kompanen om opnieuw de hort op te gaan. Hun cultstatus lokte behoorlijk wat mannen die jong waren geweest in de eighties naar de tent en ze bewezen potente rock als vanouds te blijven spelen met veel plezier. Daddy's girl werd een eerste hoogtepunt en daarna groeide John Coltrane stereo blues, ooit begonnen als een inderhaast gespeelde song rond één riff en zonder afgewerkte tekst, uit tot een postrockachtige trip die ons bijna een kwartier lang zou onderhouden en raken in het diepste van onze muzikale ziel.

In het drukke dagschema waarin de ene band vrijwel meteen na de andere volgde, lieten we de blues van Fred And The Healers aan ons voorbijgaan vooraleer we ons weer volop concentreerden op het fenomeen dat King Khan & The Shrines is. Al het nieuws dat ons over deze Canadese garagerocker had bereikt, maakte erg nieuwsgierig en de extravagante show die hij met acht muzikanten bracht, hadden we ons nooit kunnen verbeelden. Rhythm and blues, soul, funk: het werd allemaal mee in de mixer gegooid. King Khan zelf droeg een pluimenhoed op zijn hoofd als een voodookoning, hitste de toehoorders op en ook zijn makkers lieten zich helemaal gaan. Ze bleken niet te beroerd, tot grote ontzetting van de organisatie, om met instrument en al (zelfs het keyboard) het publiek in te duiken.

Heel andere koek bracht Pokey LaFarge, een Amerikaan die recht uit de van Woody Allen bekende Radio days lijkt gekomen om ons de gloriedagen van de radio in de jaren rond de tweede wereldoorlog te laten herbeleven. Met een mengeling van vroege jazz, swing, ragtime en country blues zorgde hij voor de grootste verrassing van de dag. Het publiek werd er helemaal wild van. Dom Flemons mocht enkele malen mee het podium op maar ook hij kon de aandacht niet afleiden van de man met het brillantinehaar, die zijn vijf muzikanten tot spelletjes uitdaagde.

Nog eenmaal konden we volledig uit de bol gaan met de garagerock van de oudgedienden The Sonics. Hoewel de band uit Tacoma, Washington, al in de jaren 60 ontstond, brachten ze onlangs nog een nieuw album uit en zelfs een split single met grungehelden Mudhoney. Van een werkelijk stomend Have love, will travel tot een opzwepende cover van You keep aknockin' (but you can't come in): strakkere garagerock zal je niet zo gauw horen. Het vijftal speelde luid en genadeloos, ondanks hun leeftijd. Zo lieten ze het festivalterrein nog een laatste maal ontploffen.

Je kan het verslag van het festival ook hier lezen op Indiestyle.

Hieronder een Spotify-lijst met songs van de artiesten die optraden:

Lied van de week: week 18 - 2014

$
0
0
Tell it like it is - Rusty Roots


Eén van de hoogtepunten van het Roots & Roses-festival eerder deze week was zonder twijfel Rusty Roots. In feite is mijn favoriete nummer All I want, maar dat vind ik niet terug (geen clip, geen stream) tenzij op Spotify, dus ga ik maar voor hun recentste single, overigens ook een topper.

Hun vierde album, Your host, waarvoor Mario Goossens van Triggerfinger achter de knoppen zat, kan je hier kopen.


Democrazy concert: Shearwater (voorprogramma: Jesca Hoop)

$
0
0
De DOK-site in Gent mag nog een paar jaar open blijven en op de eerste DOKzondag van 2014 programmeerde Democrazy alvast Shearwater, een band die vorig jaar nog een prachtige coverplaat opnam. Fellow travelers opent trouwens met Our only sun van Jesca Hoop, die op deze tournee als voorprogramma én als extra lid mee mag.
 

Hoewel oorspronkelijk uit Californië woont Jesca Hoop nu in Manchester. Met enkel een gitaar waarop ze spaarzaam speelde en haar stem probeerde de bijna 40-jarige zangeres ons te overtuigen. Aanvankelijk vonden we het nét wat te mak tot een jeugdanekdote en wat humor ons wisten te ontdooien en een lied als Hospital (win your love) aan zeggingskracht won. Eigenlijk vermoeden we dat wat ruimere arrangementen haar nummers meer tot leven zouden brengen.


Toen Shearwater een eindje ver in hun set Rooks inzette, wisten we weer waarom we het nooit beu worden deze Amerikanen aan het werk te horen en te zien. Als een zaadje dat openbloeit in de kern van ons hart worden we geraakt, keer op keer. Hoewel het album waarop dit terug te vinden is inmiddels al zijn zesde verjaardag mocht vieren, blijft het hun absolute meesterwerk. Gelukkig is ook de kwaliteit van de andere platen erg hoog, wat onder andere mocht blijken uit het op verzoek gespeelde Meridian. Al na één nummer nodigde de frontman het publiek in de arena uit lekker dicht bij elkaar vooraan plaats te nemen. We mogen dan al in mei zijn, ‘s avonds is het in open lucht nog behoorlijk fris. De energie van de band hielp ons wel om het warmer te krijgen. Tot de hoogtepunten rekenen we zeker ookHome life. Intussen hadden Jonathan Meiburg en de zijnen een running gag geïnstalleerd. Na het optreden de dag ervoor hadden Jesca Hoop en de vier vaste bandleden besloten het Kanaal in te rennen in Brighton. De geluidstechnicus maakte een audio-opname terwijl hij meeliep maar kwam ten val en zo hoor je de fles whiskey breken. Onderweg naar Gent had dat al voor heel wat hilariteit gezorgd op de bus en nu werden ook de toehoorders meegesleurd in de grap.
 

Naar het eind van het optreden werd het blik opengetrokken met covers die op de reeds eerder genoemde langspeler staan. Natural one van The Folk Implosion opende, ingeleid door de bekentenis van Meiburg hoe hij er op de highschool door geïntimideerd werd en waarom ze dit dus absoluut moesten opnemen. Afsluiter was het oorspronkelijk door Clinic gezongen Tomorrow dat een krachtige versie meekreeg. De band werd nog een keer het podium opgejaagd door het om een bis schreeuwende applaus. Gezien de vrij strikte hantering van het einduur, was het korte verzoeknummer Nobody een toegift die Jonathan Meiburg eerst solo bracht, tot hij op het eind op keyboards door Lucas Oswald bijgestaan werd. Nadien nodigde de man ons uit om samen aan de bar op te warmen.

Je kan het concertverslag ook hier lezen op Indiestyle
Shearwater zag ik al eerder aan het werk in de Vooruit, tijdens Boomtown en in de Botanique. Via de links kan je de respectievelijke verslagen lezen.

Arsenal

$
0
0

Al een tijdje is het genieten op de radio telkens Black mountain (Beautiful love) van Arsenal langskomt. Als vanouds weet de band een zomerse toets te geven die hier tot een onbedaarlijk verlangen naar zon, zee en ijsjes leidt. Intussen is het album Furu er ook, en nadat de zon ons de voorbije weken al meer dan verwende, spreiden wij een strandlaken voor onze mening erover.
De vijfde reguliere langspeler stelt alvast niet teleur. Moeilijk doen ze overigens niet bij Arsenal. De songs glijden naar binnen als zoete siroop in het keelgat van lekkerbekjes. Zowel de eerder genoemde single als The rider bevatten alle elementen om de FM-golven te beheersen tot aan de laatste nazomerdagen. Ook de downtempo afsluiter This is your home waarin wij een vleugje van het rustigste van Mad About Mountains ontwaren, gaat er mierzoet in. Daarbij vermijden de muzikanten gelukkig de clichés. Tegelijk worden we getrakteerd op nummers als opener Temul (Lie low), een niet evident werkstukje waarin de opbouw de perfecte opstap vormt voor de rest van de plaat. Na meerdere luisterbeurten ontvouwt zich het rijke palet dat het duo Willemyns/Roan hierin aanreikt met mooie vocale steun van Lydmor, een Deense waarover ons verder niets bekend is. Andere gastmuzikanten zijn onder meer Shawn Smith (Brad, Satchel) en Gavin Friday.
Dat Arsenal de inspiratie dit keer vooral zocht in Japan horen we nog het duidelijkst in Woe-is-me, waarin Doseone de raps voor zijn rekening neemt. Het klinkt wat springerig en die drukte is even wennen. Laten we het erop houden dat het niet onze favoriet is. Ons eindoordeel voor het geheel is in elk geval positief. Het wordt vast een mooie zomer, desnoods binnenshuis met Arsenal op de achtergrond.

Je kan deze recensie ook hier lezen op Indiestyle.


Family Of The Year

$
0
0

Er zijn dagen waarop een zorgeloze toestand het hoogste goed is waarnaar we verlangen. De soundtrack bij die gemoedsgesteldheid zoeken wij dan steevast bij pretentieloze bands die straffe platen afleveren en in een parallelle wereld de ether vullen en de verdiende waardering mogen ontvangen. Moeilijkdoenerij vermijden we dan liefst en experimenteerdrang is ons op zo’n momenten te vermoeiend. Sinds we Loma vista beluisterden, raakte Family Of The Year toegevoegd aan het lijstje kandidaten om de muzikale vertaling van dat gevoel te verzorgen.
Het album van de Californiërs is als groene zeep op een zeil in een zomertuin: we glijden van begin tot einde in één vlotte beweging door de plaat. Songs als St. Croix, het erg vrolijke en aan Edward Sharpe and the Magnetic Zeros schatplichtige Buried en het springerige Living on love, dat smeekt om een hit te worden, bekoren ons zonder moeite. Never enough is als The Scabs in Malibu en opener The stairs behoort tot de liedjes die je na twee keer ongemerkt gaat meeneuriën. Zonder uitzondering is alles overgoten met een sausje van wolkeloze zomernamiddagen en wapperend haar in een open auto. De feelgoodfactor ligt zo hoog dat we na afloop bijna uitbarsten in “I feel so good I’m gonna break somebody’s heart today”. Of nee, het wordt wat griezelig zo natuurlijk.
Minpuntjes bijeensprokkelen was niet makkelijk maar als we toch iets moeten noemen, vallen we terug op het gevoel dat Hey ma bijna verwordt tot de indievariant van Heintjes ode aan zijn moeder. Nog net op tijd ontwijkt het Amerikaans zestal het bad vol kleffe clichés en tranentrekkers. Het was wel érg close. En zo formuleren we als algemeen besluit dat Family Of The Year erin geslaagd is om de Broken Glass Heroes van 2014 te worden (luister maar eens goed naar In the end), helemaal uit de zonnige staat. Hun tweede album zullen wij met plezier door de lucht laten schallen als ons haar in juni, juli, augustus en september in de cabrio wappert.

Je kan deze recensie ook hier lezen op Indiestyle.


Lied van de week: week 19 - 2014

$
0
0
Fever - The Black Keys


Dat ik The Black Keys graag hoor, is geen geheim. Ik zag hen ooit live in de AB. De nieuwe single klinkt door de toevoeging van synthesizers wat anders. Maar tegelijk hoor je ook het vertrouwde geluid van de band. En dus nomineren we Fever met plezier tot lied van deze week.

Het album, Turn blue, waarvan dit de eerste single is, kan je hier kopen.

Lyrics:

Fever where'd you run to
Fever where'd you run to
Acting out of certainty
A fever let me live a dream
Fever, how much slept on
No one misbehave too
Fever let me sun screw
Wouldn't leave you if I could
Fever
Fever ‘cause I’m breaking
Fever got me aching
Fever how will you explain
Break it down again
Fever got me guilty
Just go ahead and kill me
Fever how will you explain
Break it down again
Fever can you hear me
Fever can you hear me
You shook me like I never been
Now show me how to love again

It used to be abrasing
But fever got me stressing
Realizing I am the played
But fever let me play the game
Fever ‘cause I’m breaking
Fever got me aching
Fever how will you explain
Break it down again
Fever got me guilty
Just go ahead and kill me
Fever why won't you explain
Break it down again
Loud if the cold get loud in your eyes
Because oh so rising rise
You know not leave her
Loud if the cold get loud in your eyes
Because oh so rising rise
You know not leave her
Fever

Cactus concert: Teho Teardo & Blixa Bargeld

$
0
0

Vorig jaar bracht Blixa Bargeld, onbetwist opperhoofd bij Einstürzende Neubauten, Still smiling uit samen met de Italiaanse componist Teho Teardo, bij ons een nobele onbekende. Veel lof was de oogst die het duo daarmee binnenhaalde. Toen aangekondigd werd dat beide mannen deze wonderschone liederen live ten berde zouden brengen in de Stadsschouwburg te Brugge, was onze nieuwsgierigheid geprikkeld. Immers, details waarmee songs volgepropt worden, zijn in een studio tegenwoordig een peulenschil. Op een optreden is dat toch wel andere koek.
Teho Teardo speelt gitaar en bedient voor de rest vooral effectpedalen en knoppen en een laptop waarmee niet alleen de klanken van zijn instrument vervormd worden maar die ook allerlei geluiden bevatten die de studioversies zo geschakeerd maken. Rechts op het podium bespeelt Martina Bertoni de cello die de grondtonen legt voor de composities waaroverheen Blixa Bargeld zingt, schreeuwt (af en toe), fluistert en croont. Vooral die laatste gedaante van de Duitser past hem stilaan wonderwel, in strak pak en niet langer een magere punkjunkie uit de Berlijnse underground, wel een zelfbewuste, soms zelfs licht arrogante entertainer die weet hoe een publiek te vermaken en voor zich te winnen. Naar het einde van de set wordt dit trio nog aangevuld met het Shambhala String Quartet.
Vanaf Nur Zur Erinnerung grijpen de artiesten de aandacht van de toehoorders in deze prachtige zaal. Tussendoor vertelt Blixa Bargeld verhalen, maakt hij grapjes en roemt hij de locatie en Brugge in het algemeen. Algauw wordt de lof begiftigd met een angel van sarcasme (“What’s wrong with Brugge?”) die desalniettemin gesmaakt wordt. De muziek dreigt en zalft, treedt op de voorgrond dan weer naar achteren terwijl de teksten, geschreven in Rome en Berlijn, onderwerpen als de axolotl en chocomousse met calvados bestrijken. In Still smiling moduleert de zanger zijn stem tot die zelfs eventjes als Golem uit Lord of the rings klinkt en in Alone with the moon is het de crooner in Bargeld die helemaal op het voorplan treedt. Die blijkt overigens veel gelijkenissen te vertonen met Leonard Cohen. The empty boat blijkt een cover van de Braziliaan Caetano Veloso waar de Zuid-Amerikaanse toetsen uitgehaald zijn en die derhalve erg Europees klinkt. Niettemin is het een hoogtepunt. De reguliere set wordt afgesloten met Negroni dat bezwerend de zaal ingejaagd wordt.
Na luid en langdurig applaus krijgen we nog drie songs van de teruggekeerde artiesten. Waarschuwend dat degene die de titel raadt en luidop roept, de zaal zal uitgestuurd worden, zet Blixa Bargeld een Italiaanse versie in van Crimson and clover (Tommy James and The Shondells) uit 1968. Soli si muori, zoals de nieuwe titel dan luidt, is een erg krachtige cover en vinden wij haast het meest overtuigende bewijs van de grootsheid waartoe dit duo in staat is. Nirgendheim en Defenestrazioni sluiten de avond af met alweer staaltjes van de constante kwaliteit die we aldoor mochten beleven.


Setlist:
  1. Nur Zur Erinnerung
  2. Mi scusi
  3. Axolotl
  4. Buntmetalldiebe
  5. Still smiling
  6. Nocturnalie
  7. What if...?
  8. Konjunktiv II
  9. The empty boat
  10. Come up and see me
  11. Alone with the moon
  12. A quiet life
  13. Negroni
Bis:
  1. Soli si muore
  2. Nirgendheim
  3. Defenstrazioni

Je kan dit concertverslag ook hier lezen op Indiestyle.

The Crookes

$
0
0

Vier mannen staan gedistingeerd en met een lichte casual toets in maatpak: zo kijken de leden van The Crookes ons aan op de foto die hun website siert. Ruige rockers hoef je niet te verwachten. Wat we krijgen, is muzikaal stijlvol. Soapbox is het derde album van het viertal uit Sheffield en weet ons wel te bekoren.
Er is iets heel Brits aan de songs die ons komen aanwaaien. Natuurlijk ligt dat deels aan het onmiskenbare accent in de zang, al liegen de muzikale referenties er evenmin om. Afwisselend denken we aan The Smiths en Pulp bij Before the nights falls. Outsiders past zo op elke Britpopcompilatie. Howl vindt in zijn rust verpozing bij The Divine Comedy, duidelijke zielsgenoten als beide bands zijn. Dat deze plaat opgenomen werd in een afgelegen kerkje in Italië is niet echt hoorbaar. Toch gingen de Engelsen daarheen om de liedjes die allemaal rond het thema “buitenstaanders” draaien aan ons toe te vertrouwen.
De sleutelsong is dan ook  het al eerder genoemde Outsiders. Vrolijk word je niet van de tekst “You know I love to be an outsider even though they try to drag me in”. Later in het nummer blijkt die keuze immers erg relatief, want de ik-persoon weet allerminst hoe hij wél aansluiting zou moeten vinden bij de anderen. Ook in Howl blijft hij aan de kant staan en kijkt hij toe naar het draaien van de wereld. “Those on the outside are born to be lonely” klinkt het dan weer in Echolalia. Het lijkt wel alsof we het moeras der misantrope gedachten ingezogen worden, zoals in het verleden zo vaak het geval was bij Morrissey.
Vernieuwend zijn The Crookes niet. Daar malen we niet om wanneer we vergast worden op oerdegelijke songs. Echte uitschieters kunnen we niet noemen en zwaktepunten vallen evenmin aan te halen. Zo krijgen we op het eind gewoon een fijn plaatje dat zalvend kan zijn op regenachtige dagen, als de melancholicus in ons ook een beetje aandacht wil.

Je kan deze recensie ook hier lezen op Indiestyle.

Les Nuits Botanique: Jagwar Ma (voorprogramma: Jamaica + Applause + Yellowstraps)

$
0
0

Ook op de tweede dag van Les Nuits Botanique was er keuze genoeg. Terwijl George Ezra jonge meisjesharten deed smelten, White Denim de Orangerie inpalmde en Cat Power in het Koninklijk Circus zieltjes won, keken wij verwachtingsvol uit naar het feestje dat ongetwijfeld door Jagwar Ma zou gebouwd worden in de Chapiteau. Drie bands mochten de tent en het aanwezige publiek opwarmen op deze al behoorlijk warme lenteavond.


Aftrappen wanneer het gros der muziekliefhebbers nog onderweg is en de tent op zijn best een halfvolle indruk achterlaat, is geen godsgeschenk. Yellowstraps, een viertal uit de Brusselse zuidrand, heeft best wel goeie songs in huis doch het potentieel kwam er nog niet helemaal uit. Je kan de band onder meer kennen van hun bijdrage aan de Unday Records labelcompilatie Music for Undays. Dat nummer, ‘Valium’, blijkt erg representatief voor hun oeuvre dat zich ergens tussen de Bristol scene (Tricky voorop) en Soldier’s Heart situeert. De goede luisteraar heeft vooral de beloftes gehoord dat we dit kwartet nog wel eens terug zullen zien en horen.


Dat ze hun naam zouden ontleend hebben aan het album van Balthazar, lijkt ons onwaarschijnlijk. De ook al uit Brussel afkomstige mannen van Applause stralen nog voor de eerste noot een pak meer ervaring uit en blijkens hun set hebben ze platenkasten om jaloers op te zijn. Vrijwel elk nummer blijkt een sterke popbasis te hebben en het geheel bevat invloeden uit blues(rock), funk, disco,… De jaren 80 lijken in hun verzameling inspiratoren overdadig aanwezig. Gelukkig brouwt het vijftal er iets nieuws en spannends mee. We vinden het erg jammer dat dit soort Brusselse en bij uitbreiding Waalse groepen in Vlaanderen zo moeilijk voet aan de grond krijgt.


Jamaicakomt in tegenstelling tot wat de groepsnaam laat vermoeden gewoon uit Parijs en wie reggae verwachtte, komt wel zeer bedrogen uit. Hun rock vormt een samenvatting van intussen meer dan een halve eeuw muziekgeschiedenis en blijkt erg populair. Live zetten ze ook een enthousiaste, energieke set neer. In feite hebben hun songs niet zo heel veel om het lijf. Alles klinkt herkenbaar en er wordt aan dat samensprokkelen van wat hun muzikale voorbeelden in het verleden brachten bijster weinig meerwaarde toegevoegd. Wij herkennen met gemak flarden Rolling Stones, The Kinks, Joan Jett, Dick Dale,… Het hapt allemaal goed weg en het brengt veel sfeer en ambiance in de tent. Hier en daar worden we toch verrast door een echt wel goed lied zoals By the numbers of het aan Blondie schatplichtige Ricky. De instrumentale afsluiter blijkt een krachtige apotheose.


Twintig minuten later echter begint het échte feest. Jagwar Ma heeft slechts één album onder de arm maar wie hen vorig jaar op Pukkelpop zag, wist al dat ze moeiteloos weten te overtuigen. De basis van hun muziek ligt in de hele Madchester-scene. Moeiteloos drijven de invloeden van The Happy Mondays, The Charlatans, The Stone Roses en Jesus Jones naar boven. Daar voegt het drietal flinke scheuten techno, Underworld en Chemical Brothers aan toe en zo krijgen we de ideale cocktail voor een party waarop het onmogelijk is stil te blijven staan. Opener What love vloeit na een soort Aphex Twin-achtige geluidscollage over in Uncertainty en de meeste songs worden gewoon aan elkaar gespeeld om de flow niet te verliezen. Vanaf Let her go ontploft de tent zowat. Come save me zet de triomftocht verder in een lang uitgesponnen versie die door iedereen meegezongen wordt. Het is amper te geloven dat Manchester tegenwoordig in Australië blijkt te liggen.
Wanneer Jagwar Ma na drie kwartier slotsong The throw inzet, blijkt de tijd voorbijgevlogen. In één lied ballen ze alles wat wij in de jaren 90 uit de Britse industriestad onthouden hebben samen in een opzwepende en erg moderne synthese. Het drietal lijkt zelf overrompeld door het succes. Later op de avond zien we het ongeloof in de ogen van de bandleden wanneer het publiek in de tuin rondom de concertzalen hen aanspreekt, met de jongens op de foto wil en hen spontaan applaus toewerpt terwijl ze daar passeren. Het kan de groep niet ontgaan zijn dat ze jong en oud in het publiek wisten te bekoren. Zoals de zanger zelf al stelde, zal Jagwar Ma gauw een nieuw album moeten maken zodat ze nog meer songs kunnen spelen. Joelend schreeuwen de fans de hoofdact terug het podium op voor een bisnummer. That loneliness is al evenzeer als al het vorige dat ze brachten een schot in de roos. Iedereen springt mee en na afloop zien we een uitgeputte, maar erg tevreden jonge vrouw op de grond bekomen van de inspanning een uur lang te dansen, te hossen en mee te zingen. “I love you, I mean it” roept ze de artiesten na terwijl de crew de set afbreekt en we de tent uit geleid worden.

Je kan dit concertverslag ook hier lezen op Indiestyle.

Beluister hieronder het volledige album van Jagwar Ma en een selectie songs van de andere bands:

Lied van de week: week 20 - 2014

$
0
0
Water fountain -tUnE-yArDs


Een beetje gekte af en toe kan geen kwaad. Het debuutalbum van tUnE-yArDs heb ik, toen het uitgebracht werd, eigenlijk nooit de aandacht gegeven die het verdiende, maar daar komt met Nikki Nack, dat ik binnenkort review voor Indiestyle, zeker verandering in. Deze single is alvast veelbelovend en alleen al de clip verdient uw aandacht. En wellicht ook die van uw kinderen...

Het nieuwe album kan je hier kopen.

Lyrics:

No water in the water fountain
No side on the sidewalk
If you say Old Molly Hare, whatcha doin’ there?
Nothing much to do when you're going nowhere

Woohaw!
Woohaw!
Gotcha
We're gonna get the water from your house (your house)

No water in the water fountain
No wood in the woodstock
And you say old Molly Hare
Whatcha doin’ there?
Nothing much to do when you're going nowhere

Woohaw!
Woohaw!
Gotcha
We're gonna get the water from your house (your house)

Nothing feels like dying like the drying of my skin and lawn
Why do we just sit here while they watch us wither til we’re gone?
I can't seem to feel it
I can't seem to feel it
I can’t seem to feel I’ll kneel
I’ll kneel I’ll kneel the cold steel

You will ride the whip
You'll ride the crack
No use in fighting back
You'll sledge the hammer if there's no one else to take the flak
I can't seem to feel it
I can't seem to find it
Your fist clenched my neck
We're neck and neck and neck…

No water in the water fountain
No phone in the phone booth
And you say old Molly Hare
Whatcha doin’ there
Jump back, jump back Daddy shot a bear

Woohaw!
Woohaw!
Gotcha
We're gonna get the water from your house (your house)

I saved up all my pennies and I gave them to this special guy
When he had enough of them he bought himself a cherry pie
He gave me a dollar
A blood-soaked dollar
I cannot get the spot out but
It's okay it still works in the store

Greasy man come and dig my well
Life without your water is a burning hell
Serve me up with your home-grown rice
Anything make me shit nice

Se pou zanmi mwen, se pou zanmi mwenAnd the two-pound chicken tastes better with friends
A two-pound chicken tastes better with two
And I know where to find YOU so

Listen to the words I said
Let it sink into your head
A vertigo round-and-round-and-round
Now I'm in your bed
How did I get ahead?
Whoop!
Thread your fingers through my hair
Fingers through my hair
Give me a dress
Give me a press
I give a thing a caress
Would-ja, would-ja, would-ja

Listen to the words I say!
Sound like a floral bouquet
A lyrical round-and-roundandroundandround
Okay
Take a picture it'll last all day, hey
Your fingers through my hair
Do it 'til you disappear
Gimme your head
Gimme your head
Off with his head!
HEY HEY HEY HEY

No water in the water fountain
Floral bouquet
A lyrical round-and-roundandroundandround
No side on the sidewalk
Take a picture it'll last all day, hey
And you say old Molly Hare, Hare
Nothing much to do when you're going nowhere

Woohaw!
Woohaw!
Gotcha, gotcha

We're gonna get the water from your house, your house
We're gonna get the water from your house, your house
We're gonna get the water from your house, your house

Gelezen (59)

$
0
0
En dan nog iets - Paulien Cornelisse


Net als in Taal is zeg maar echt mijn ding brengt Paulien Cornelisse hier allerlei korte stukjes bij elkaar over eigenaardigheden in het taalgebruik van de Nederlanders. Dat is bij momenten erg vermakelijk, soms zijn het echter gewoon ideetjes van de schrijfster zelf, niet alles is even leuk of interessant. Maar zoals ik bij dat eerdere boek ook al aangaf, is het erg leuk om hier af en toe naar terug te grijpen en fragmenten te herlezen.


De kaart en het gebied - Michel Houellebecq


In zijn meest recente boek volgt Michel Houellebecq de kunstenaar Jed Martin, die enkele cruciale en radicale ommekeren maakt in zijn carrière, al lijkt hij zelf weinig te malen om het succes. Hij raakt bevriend met de schrijver Michel Houellebecq (vreemd om de schrijver zichzelf soms erg negatief te zien beschrijven), die gruwelijk vermoord wordt. Het hele verhaal is alweer een pessimistische beschouwing geworden over hoe onze hedendaagse maatschappij mensen meesleurt in een hedonistische, egocentrische en consumerende roes. Na het lezen van de boeken van Paul Verhaeghe en Dirk De Wachter heb ik alvast het gevoel dit beter te begrijpen en te beseffen en ik neem me dan ook voor zijn eerdere boeken in de toekomst zeker nog eens te herlezen.

Moordtijd in de Village - Kinky Friedman



Alweer slaagt Kinky Friedman erin om een grappig, enigzins spannend detectiveverhaal neer te pennen over een over het paard getilde detective die vaak meer met geluk dan met kunde een zaak oplost. Hoewel hij daarmee nauw verwant lijkt aan Leslie Charteris die The Saint ook al uitvergroot, is de humor hier van een heel ander kaliber. Grootse literatuur is dit natuurlijk niet en ik heb zelfs al mooier geschreven detectives en thrillers gelezen, maar als ontspannend tussendoortje is dit een fijn boek.


Daar is hij weer - Timur Vermes


Wat een heerlijk idee om Adolf Hitler terug tot leven te weken in deze tijd! Althans, binnen het kader van een roman is het een uitstekende inval gebleken van Timur Vermes, die ontelbare mogelijkheden schept om ons huidig tijdsgewricht tegen het licht te houden en aan een kritische blik te onderwerpen. Vooral de rol van de media wordt messcherp geanalyseerd en de zogenaamde vierde macht komt er bekaaid vanaf. Dit boek is eigenlijk verontrustend en hilarisch tegelijk omdat, hoe gek de situaties ook worden, je langzaam beseft dat het niet eens onmogelijk zou zijn (als je tenminste de premisse aanvaardt dat Hitler al die tijd in een soort coma was en nu terug tot leven komt). 
Soms miste ik wat inzicht in het huidige Duitse politieke landschap om alles goed te kunnen plaatsen, maar zelfs dan valt er volop te genieten van dit boek.


Naïef. Super. - Erlend Loe





De titel verraadt eigenlijk al een beetje wat je mag verwachten: dit boek van Erlend Loe hanteert een erg eenvoudige, naïeve taal om een verhaal te vertellen zonder al te veel tierlantijntjes. Het hoofdpersonage is een jongen die op zijn 25e verjaardag ineens alle zin in het leven verliest. Hij gaat op zoek, onder meer met behulp van zijn broer, hoe hij die zin kan terugvinden. En (ondanks de uitstap naar New York) blijkt die vooral in voor iedereen haalbare dingen te liggen.
Viewing all 1808 articles
Browse latest View live